De rekenontwikkeling loopt bij ‘Getallen en bewerkingen‘ op twee benen, nl. procedurekennis en geautomatiseerde voorkennis. Ons onderzoek laat zien dat de vlotte beheersing van de noodzakelijke voorkennis ( de z.g. drempels) de uitvoering van de procedure ( de oplossingswijze) mogelijk maakt en dat onvoldoende beheersing het kunnen oplossen belemmert. Hardnekkige rekenproblemen ontstaan door de interactie tussen automatiseringstekorten en procedurekennis.
Zie verder het artikel: Onderzoek naar ‘Leerbaarheid van hoofdrekenen’. Onderzoeksopzet en resultaten. Door W.Hofstetter en W.Danhof
Uitwerken van de Implicaties voor de diagnostiek en het protocol:
De factor ‘geautomatiseerde voorkennis ‘ maakt geen deel uit van het handelingsmodel en drieslagmodel van het protocol. Ook bij de uitwerking van het protocol in de verschillende fasen van hulp krijgt deze factor te weinig zijn plek en uitwerking. Voor ons reden om het protocol nader uit te werken en van praktische middelen en handvaten te voorzien.
Zie verder het artikel ( in ontwikkeling ) : Onderzoek naar ‘Leerbaarheid van hoofdrekenen’. Implicaties voor de diagnostiek en het protocol E.R.W.D. Door W.Hofstetter en W.Danhof.
Noodzaak van een praktijkgerichte uitwerking van de fasen het protocol.
Stichting WAAR heeft de ambitie deze uitwerking op korte termijn te realiseren en beschikbaar te stellen voor scholingen en gebruik in de scholen. Het globale kader hiertoe is als volgt:
Groen/Geel – voor preventie van en gerichte aandacht voor automatiseringstekorten in de groep, en tevens voor extra instructie op instructieniveau en herhalingsniveau ( hiaten) met het groepsplan.
Oranje – het individueel diagnostisch rekenonderzoek richt zich op het in beeld brengen van de speciale instructie behoeften en de daartoe noodzakelijke voorkennis.
Het onderzoek richt zich op:
A, Contexten kunnen vertalen naar sommen
B, Getallen en bewerkingen, met een trapsgewijze werkwijze:
Stap 1, Sommen kunnen oplossen met de benodigde voorkennis – door de interne rekenspecialist.
Het rekenprofiel komt in beeld met het Rekenmuurtje, de Volgkaart Automatiseren, en de Fouten – analyse met antwoordenblad. Aanvullend kan ook gebruik worden gemaakt van de genormeerde Automatiseringstoets Rekenen ( A.T.-R.) – in ontwikkeling.
De analyse van getalbegrip, procedurekennis en de automatiserings- tekorten brengt de relevante doelen voor observatie en vervolgens het handelingsplan in beeld.
Stap 2, Voor leerlingen met langdurige en hardnekkige rekenproblemen – door de interne rekenspecialist en de externe deskundige
(orthopedagoog/psycholoog).
De Profielkaart brengt de ontwikkeling van deze leerlingen nauwkeurig in beeld. Er is sprake van twee te onderscheiden ontwikkelingsbeelden: leerlingen die stagneren in groep 4 en 5 , en leerlingen met uitloop naar groep 6 en 7. Meijerink (2008) zegt over deze groep van ongeveer 10%: ‘ Deze leerlingen leren vanaf groep 6 te weinig, omdat zij de basale begrippen en vaardigheden uit de voortgaande jaren nog niet beheersen, terwijl het onderwijsaanbod daar wel op voortbouwt’. Vooral bij deze laatste groep is het rekenprofiel complex en is diagnostisch onderzoek van belang om de doelen van het handelingsplan zorgvuldig te kiezen.
De Profielkaart Patronen is gericht op hardnekkige fouten- en uitvalpatronen die de verdere rekenontwikkeling belemmeren. Het diagnostisch onderzoek betreft veelal leerlingen met mogelijk Dyscalculie.
Analyse en observatie van de fouten- en uitvalpatronen maakt nauwkeurig afgestemde instructie en oefening mogelijk. Bij de observatie wordt ook de interactie met de werkwijze van de leerling in beeld gebracht. Het handelingsplan wordt afgestemd op mogelijkheden/beperkingen en het toekomstperspectief van de leerling.
Nb – Voor het diagnostisch onderzoek bij leerlingen met mogelijk dyscalculie zijn de profielkaarten belangrijke hulpmiddelen. Bij het bepalen van de achterstanden bij het automatiseren kan op termijn ook gebruik worden gemaakt van de genormeerde Automatiseringstoets Rekenen (A.T.-R ) – in ontwikkeling.
Rood – door de externe deskundige ( orthopedagoog/psycholoog)
Duiding van het ontwikkelingsbeeld bij Rekenen.
De relevante verklarende leerling factoren in beeld brengen.
Opstellen van Ontwikkelingsperspectief en Plan van aanpak.